achtergrond Black Mark

Showtitle #63 BLACK MARK – Marc Vanrunxt

Marc Vanrunxt. Al jaren tol ik als een satelliet rond zijn werk, heb ik het privilege om het in verschillende fases van dichtbij te volgen, van de repetities tot de voorstellingen, op verschillende plekken, in verschillende ruimtes. Steeds als buitenstaander, altijd ontglipt het mij, nooit ‘begrijp’ ik het, heb ik ‘trucs’ of ‘formules’ door. Altijd fascineert het, zelfs bij het eerste kijkmoment ‘staat het er’, maar nooit is het ‘af ‘. Een geheel waar je met je lichaam buiten staat, en dat in je geest rondcirkelt.

Je kunt het niet binnentreden, je kunt niet gewoon de deur openen, tenzij de ‘doors of perception’. Er is geen inhoud of kant-en-klare betekenis voor het kijken, er worden dan ook geen strategieën aangereikt om die te decoderen. Strategieën om met het werk om te gaan moet je zelf ontwikkelen, inhoud moet je zelf genereren. En dat kan enkel door het inzetten van je diepste ‘ervaren’. Persoonlijker kan een werk niet zijn dan wanneer het wars van elke inhoud ‘leeg’ is en zich vult met de toeschouwer zelf.

Geen concept, geen anekdote, geen esthetiek zelfs – tenzij een ‘geweigerde’, een ‘vernietiging’. Geen moeilijkdoenerij, een voorstelling waarin je enkel binnentreedt ontdaan van je normale ‘tools’. Een mentale ruimte die je enkel kan verkennen door zelf mee aanwezig te zijn, op te gaan in een hoogmis van de zintuigen, waar ze niet in functie staan van het genereren van betekenis. Je wordt teruggeworpen op, geconfronteerd met jezelf. En je moet je diepste strategieen blootleggen. Die zijn per definitie enkel geldig voor jezelf en eens je ze gevonden hebt, moet je ze ‘in de geest van’ misschien maar het best terug uit je mentale geheugen wissen, ten voordele van een fysiek herinneren. Een persoonlijk kijken, voelen, horen, ruiken, smaken waar je automatisch naar teruggrijpt de volgende keer dat je ermee in contact komt.

Als ik dan toch de oefening maak en probeer te ontmaskeren wat ik onbewust opzoek tijdens een live voorstelling waar ik door de setting zelf kan kiezen wat ik zie, kom ik steevast uit bij de montagetheorieën van de Russische film- en toneelregisseur Sergej M. Eisenstein (1898-1948), en meer bepaald bij zijn concept van de ‘montage van attracties’. Deze ‘attracties’ worden bij hem duidelijk tegenover ‘trucs’ gepositioneerd. Een ‘truc’ is voor Eisenstein ‘iets absoluut en in zichzelf afgerond’, en dus ‘precies het tegenovergestelde van een attractie, die uitsluitend is gebaseerd op een relatie – op reacties van de toeschouwer’. Een ‘toneelspektakel’ is voor hem een actief functionerende constructie die het livegebeuren, ‘dat gebaseerd is op illusies, mimesis en naturalisme’, bevrijdt door gebruik te maken van de montage van ‘echte dingen’. Een systeem van attracties, dat de basis vormt van een efficiënt spektakel dat niet langer het concept van een dramaturg onthult of de auteur correct interpreteert. ‘Montage heeft niet zozeer met “opeenvolging”, als wel met “gelijktijdigheid” van een serie beeldreeksen te maken (diachronie versus synchronie): in het bewustzijn van de toeschouwer schuiven de beeldreeksen over elkaar heen; en (…) komt een ervaring van een dynamisch botsen en stoten tot stand, hetgeen de basis vormt voor de ervaring van beweging – van de waarneming van een simpele “fysieke beweging” tot en met de meest gecompliceerde vormen van “conceptuele beweging” (oftewel montage van (…) plastische of abstracte combinaties).’

Eisenstein illustreert dit aan de hand van een portret van de actrice Maria Jermolova door een schilder uit de Russische realistische school, Valentin A. Serov (1865-1911). De expressiviteit van dit portret is ‘te danken aan het feit dat we een “eenheid” aantreffen van monumentale “onbeweeglijkheid” en “tezelfdertijd” een compleet gamma van “dynamische verschuivingen”’. Kort samengevat komt zijn analyse erop neer dat in één schilderij, dat er op het eerste zicht heel normaal en vloeiend uitziet, vier verschillende ‘camerastandpunten’ en ‘beeldgroottes’ tegelijk aanwezig zijn: van hoog en totaal tot laag en close. Het gevolg is een ‘steeds snellere beweging, doordat de ruimte zich steeds verder uitbreidt en de lichtsterkte toeneemt’. Een verschijnsel wordt ontleed in elementen die vervolgens opnieuw worden samengevoegd tot een ‘montagebeeld van dit verschijnsel’. Een ‘mise-en-cadre’. ‘Het gelijktijdig voorkomen in de constructie van twee niveaus – van de “totaliteit” en de “delen” – correspondeert exact met een fundamenteel kenmerk van het menselijk waarnemingsmechanisme. We zijn in staat een verschijnsel op twee manieren in ons op te nemen: als totaliteit en in zijn details, onbemiddeld en bemiddeld, complex en gedifferentieerd. (…) Idealiter berust de expressiviteit van het kunstwerk vooral op het feit dat elk niveau afzonderlijk appelleert aan een corresponderend niveau van de waarneming en dat de combinatie van de verschillende niveaus appelleert aan het volle bewustzijn – zodat de toeschouwer “van top tot teen” door de expressieve werking van het kunstwerk gegrepen kan worden.’ Op het doek zijn ‘niet vier opeenvolgende houdingen van het object vastgelegd, maar vier opeenvolgende houdingen van het oog dat het object waarneemt. Vandaar dat de vier camerastandpunten niet zijn terug te voeren op een bepaald gedrag van het object (…), maar op een karakteristiek “gedrag van de toeschouwer”. En dit gedrag is (…) een combinatie van vier camerastandpunten – van boven naar beneden tot… voor de voeten van de grote actrice als het ware! Maar het gedrag van de toeschouwer tegenover het object zouden we ook kunnen definiëren als “zijn persoonlijke visie”’. Terwijl dit bij Serov uiteindelijk resulteert in een manipulerende techniek waarbij de persoonlijke visie van de auteur op het object wordt opgedrongen aan de toeschouwer, wordt bij Vanrunxt de toeschouwer de volledige vrijheid gelaten. De contouren van de voorstelling zijn niet getekend [vastgelegd], je kunt zelf een verzameling aanleggen ‘van opeenvolgende denkbeeldige punten’ van waaruit je de performers in je opneemt, die zich aanbieden volgens hun zelf gekozen ritme, ingegeven door hun persoonlijk ervaren van een ruimte waar je als toeschouwer geen deel van uitmaakt.

Die toeschouwer kan dan ook naar hartenlust ‘kadreren’, in een voortdurend pogen om te vatten wat er op scène gebeurt. Voor mij levert dit een schoonheid op die mij – estheticus als ik ben – zelf activeert. In deze speeltuin van impressies glijden alle blikken telkens opnieuw van de lichamen af, tot de geest murw is en de zintuigen enkel nog aanwezig zijn in de ruimte, zonder te sturen of gestuurd te worden, drijvend op wat voor het oog plaatsgrijpt.

De schilder Serov wou de innerlijke glans en gloed tonen die hem overmeesteren in de aanwezigheid van de actrice Maria Jermolova op de scène. Naast een ongetwijfeld zeer theatraal arsenaal aan poses, gebaren en intonaties die eigen zijn aan een negentiende-eeuwse performer, deed vooral haar innerlijke bezieling – haar ‘onuitputtelijke geestelijke gaven’, zoals Stanislavski het beschreef – haar uittorenen boven haar ‘gelijken’. Het is net dat aspect dat de schilder Serov tot onderwerp nam en doorgrondde. En dus koos hij voor een maximale ‘ascese’, waarmee de weergegeven gebaren van Jermolova aan banden worden gelegd. ‘Hij elimineert al het theatrale, alles wat met toneel te maken heeft, met inbegrip van een zo veelzeggend expressiemiddel als het toneelgebaar’ en gebruikt zuiver compositorische, picturale middelen om de toeschouwer te laten delen in zijn ‘persoonlijke’ maar universele ervaring. Ook de choreograaf Vanrunxt reikt zeer ascetisch de compositorische middelen aan om de innerlijke glans en gloed die de performers in zichzelf genereren, te doen resoneren in de toeschouwer. Door ons te prikkelen tot we aanwezig zijn. Door een ‘black mark’ achter te laten. Zodat we het ons zullen herinneren in de toekomst. De volgende keer.

stef franck

Naar aanleiding van Showtitle #63 BLACK MARK maakten Marc Vanrunxt en Stef Franck scenario #63, gefilmd op 6 januari 2008 in het MuHKA, op plastered (1998) van Monica Bonvicini, tijdens de expositie if i can’t dance, i don’t want to be part of your revolution